Dossier levensverzekeringen - Een verzekeringsgift post mortem: wat zegt de Vlaamse Belastingdienst?

Dossier levensverzekeringen - Een verzekeringsgift post mortem: wat zegt de Vlaamse Belastingdienst?
24-08-2020
levensverzekeringen

Inleiding

De Vlaamse Belastingsdienst (VLABEL) heeft op 11 mei 2020 - via een voorafgaande beslissing(1) - haar oordeel geveld over de zogenaamde ‘verzekeringsgift’ van een verzekeringscontract met twee verzekeringnemers en verzekerde hoofden na het overlijden van de eerste verzekeringnemer en het splitsen van twee bestaande polissen in tweemaal drie afzonderlijke verzekeringspolissen ingevolge de verzekeringsgift.

Inleiding

De Vlaamse Belastingsdienst (VLABEL) heeft op 11 mei 2020 - via een voorafgaande beslissing(1) - haar oordeel geveld over de zogenaamde ‘verzekeringsgift’ van een verzekeringscontract met twee verzekeringnemers en verzekerde hoofden na het overlijden van de eerste verzekeringnemer en het splitsen van twee bestaande polissen in tweemaal drie afzonderlijke verzekeringspolissen ingevolge de verzekeringsgift.

Bij een verzekeringsgift beslist de verzekeringnemer om zijn rechten als verzekeringnemer niet meer zelf aan te houden, maar over te dragen aan een nieuwe verzekeringnemer (met name aan iemand die men wil bevoordelen). Schenkt men de rechten als verzekeringnemer aan de begunstigde(n) van de betrokken polis, wordt het bestaande AAB-contract omgevormd naar een BAB-contract (waar de beide ouders eerst de verzekeringnemers en de verzekerde hoofden zijn (A) en de kinderen de subsidiaire begunstigden (B)). De verzekeringsgift sluit niet uit dat de verzekeringsprestatie (uitkering of de afkoopwaarde) zal worden onderworpen aan erfbelasting.

Waarover gaat het?

In dit specifieke geval sloten man en vrouw gezamenlijk als verzekeringnemers twee verzekeringspolissen af, waarna - ingevolge het overlijden van meneer - de rechten als verzekeringnemer volledig naar mevrouw overgingen. Vervolgens besloot mevrouw (als langstlevende verzekeringnemer) om de twee polissen aan haar drie kinderen (zijnde de oorspronkelijke subsidiaire begunstigden van het verzekeringscontract) te schenken via een notariële akte, onderworpen aan 3% schenkbelasting. Technisch gezien bleek het bij de desbetreffende maatschappij echter niet mogelijk te zijn om een polis op drie verzekeringnemers te zetten, waardoor er drie nieuwe polissen zouden onderschreven worden op naam van elk van de drie nieuwe verzekeringnemers.

De ruling focust zich op twee vraagstukken:

1) kan de decretale aftrekregeling (vervat in artikel 2.7.3.2.8, §2 VCF) worden toegepast op een verzekeringsgift gedaan door de langstlevende verzekeringnemer (na het overlijden van de eerststervende verzekeringnemer) in de nalatenschap van de vooroverleden verzekeringnemer;

2) moet de splitsing van de huidige polissen al dan niet gekwalificeerd worden als een afkoop (i.e. een nieuwe gebeurtenis in de nalatenschap van de vooroverleden verzekeringnemer die ertoe leidt dat erfbelasting verschuldigd zou zijn op de helft van de polissen)?

Verzekeringsgift en decretale aftrekregeling

De verzekeringsprestatie (via uitkering of afkoop) is onderworpen aan erfbelasting overeenkomstig artikel 2.7.1.0.6 VCF. Echter, de belastbare grondslag wordt beïnvloed door een verzekeringsgift (ingevolge artikel 2.7.3.2.8, §2 VCF). Op een verzekeringsgift verricht via een notariële akte wordt schenkbelasting ten belope van 3% of 7% (in functie van de verwantschapsgraad) geheven op de afkoopwaarde van de polis op datum van de schenking. Indien de verzekeringsprestatie later wordt onderworpen aan erfbelasting, zal de belastbare grondslag waarop de schenkbelasting werd geheven in mindering mogen worden gebracht van de belastbare grondslag waarop de erfbelasting wordt gegeven. Hiermee wilde de decreetgever een dubbele taxatie vermijden. Maar geldt de aftrekregeling in de nalatenschap van beide verzekeringnemers eveneens indien enkel de langstlevende verzekeringnemer overgaat tot een schenking van de rechten als verzekeringnemer?

Voorafgaande beslissing nr. 20013 VLABEL

VLABEL oordeelde dat - overeenkomstig een strikte lezing van het decreet - de aftrekregeling niet in de nalatenschap van de vooroverleden verzekeringnemer kan worden toegepast omdat de schenking pas gebeurde na het overlijden van de man en aldus niet door de erflater zelf werd geschonken aan de begunstigde kinderen. De tekst van de decretale aftrekregeling luidt immers als volgt: “In het geval van een levensverzekeringscontract wordt de belastbare grondslag van de sommen, renten of waarden, die aan de persoon, vermeld in artikel 2.7.1.0.6, kunnen toekomen, verminderd met het bedrag dat als belastbare grondslag heeft gediend voor de heffing van de schenkbelasting indien het contract door de erflater aan die persoon werd geschonken (eigen onderlijning)”.

Billijkerwijze zal de schenkbelasting die werd betaald op de helft van de geschonken polis van de vooroverleden verzekeringnemer ingevolge de verzekeringsgift door de langstlevende verzekeringnemer in mindering worden gebracht van de verschuldigde erfbelasting op de helft van de polis in de nalatenschap van de vooroverleden verzekeringnemer. Er werd immers schenkbelasting betaald op de volledige verzekeringspolis. Zo niet, zou VLABEL zich ons inziens toch schuldig maken aan een dubbele taxatie.

Daarnaast is een belangrijk onderdeel van deze ruling het gegeven dat VLABEL de splitsing van de huidige polissen in drie afzonderlijke verzekeringspolissen (omwille van verzekeringstechnische redenen) als een afkoop kwalificeert. De afkoop is een nieuwe gebeurtenis in de nalatenschap van de vooroverleden verzekeringnemer waardoor er een verplichting ontstaat tot indiening van een nieuwe aangifte in de nalatenschap van de man en erfbelasting verschuldigd zal zijn op helft van de afkoopwaarde van de twee polissen (waarbij de decretale aftrekregeling niet geldt in de nalatenschap van de man).

Aangezien de verzekeringspolissen worden afgekocht (door de splitsing) na de verzekeringsgift en voor het overlijden van mevrouw, zullen de geschonken polissen niet meer tot uitkering komen bij het overlijden van mevrouw en zal er geen erfbelasting verschuldigd zijn op de helft van de verzekeringspolissen van de langstlevende verzekeringnemer in haar nalatenschap.

(1) Voorafgaande beslissing nr. 20013 dd. 11 mei 2020, gepubliceerd op 19 juni 2020.




Back to overview
Icon news items

This news item is part of a series
See below the other news items of this series.

Dossier levensverzekeringen - De impact van het nieuwe erfrecht op de levensverzekering

De hervorming van het erfrecht brengt heel wat veranderingen met zich mee. Specifiek voor de levensverzekering heeft het nieuwe erfrecht een wijziging inzake de inbrengregels van de verzekeringsprestaties tot gevolg. De inbreng- en inkortingsregels van begunstigingen via levensverzekering worden in…

Read more

Dossier levensverzekeringen - Het huwelijksvermogensrechtelijk statuut van individuele levensverzekeringen in het nieuwe huwelijksvermogensrecht

Naast het hervormde erfrecht is ook het hervormde huwelijksvermogensrecht op 1 september 2018 in werking getreden. Eén van de krachtlijnen van het huwelijksvermogensrecht heeft betrekking op de kwalificatie van goederen van echtgenoten gehuwd onder het wettelijk stelsel (eigen goed, …

Read more

Dossier levensverzekeringen - Taxatie in de erfbelasting (Vlaams Gewest) van het kapitaal dat wordt uitgekeerd door overlijden

De figuur van de individuele levensverzekering wordt dikwijls gezien als een techniek van vermogensplanning. Cruciaal is de vraag naar de taxatie in de erfbelasting. Dit artikel heeft enkel betrekking op de regelgeving in het Vlaams Gewest. Fictief legaat In de praktijk wordt via de figuur van de…

Read more

​Dossier levensverzekeringen - Taxatie in de erfbelasting (Vlaams Gewest) indien er geen kapitaal wordt uitgekeerd op het moment van het overlijden van de erflater

De figuur van de individuele levensverzekering wordt dikwijls gezien als een techniek van vermogensplanning. Cruciaal is de vraag naar de taxatie in de erfbelasting. In deze reeks werd reeds uitgebreid uiteengezet wanneer de uitkering van een individuele levensverzekering naar aanleiding van het…

Read more

​Dossier levensverzekeringen - De afschaffing van de kaasroute: impact op de successieplanning met levensverzekeringen?

Wat is de impact op de (schenking van) levensverzekeringen wanneer de kaasroute effectief zou verdwijnen? Artikel 1. Algemeen Op 17 juni 2020 werd een wetsvoorstel tot afschaffing van de kaasroute ingediend(1). De kaasroute gaf de mogelijkheid om roerende goederen voor een buitenlandse notaris te…

Read more

Dossier levensverzekeringen - Welke waarde is belastbaar?

Een levensverzekering opnemen in de aangifte van nalatenschap is geen sinecure. U kon in onze voorgaande artikelen (taxatie in de erfbelasting met uitkering en zonder uitkering op moment van overlijden) en in het dossier levensverzekeringen reeds lezen hoe een levensverzekering fiscaal wordt…

Read more

Gelijke regeling in de drie gewesten inzake erfbelasting/successierechten voor uitkeringen uit levensverzekeringen

Ondanks het feit dat het uitgekeerde kapitaal bij een levensverzekering geen verkrijging uit de nalatenschap is, maar voortvloeit uit een contract, wordt dit ingevolge een fictiebepaling (artikel 8 van het Waals en Brussels Wetboek Successierechten en artikel 2.7.1.0.6 van de Vlaamse Codex…

Read more
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door verder te surfen, stemt u in met ons cookie-beleid. Meer info