Wat na EBA quater?
Laten we even terugkeren naar onze bijdrage van 2 november 2023 die u hier terugvindt. We bevonden ons op dat ogenblik aan het einde van de toenmalige regularisatieronde (zogenaamde EBA quater). Per 31 december 2023 kwam die regularisatieronde finaal ten einde. Toen rezen een aantal vragen waarop we vandaag, al meer dan één jaar later, slechts een begin van antwoord kunnen geven.
Wat na EBA quater?
Laten we even terugkeren naar onze bijdrage van 2 november 2023 die u hier terugvindt. We bevonden ons op dat ogenblik aan het einde van de toenmalige regularisatieronde (zogenaamde EBA quater). Per 31 december 2023 kwam die regularisatieronde finaal ten einde. Toen rezen een aantal vragen waarop we vandaag, al meer dan één jaar later, slechts een begin van antwoord kunnen geven.
EBA quater is destijds effectief tot een einde gekomen en werd niet verlengd. Sommigen hadden dit nochtans gehoopt.
Zijn alle fiscale zondaars dan nog voor 31 december 2023 tot inkeer gekomen? Uiteraard niet. Ook na die datum ontstonden de nodige dossiers. De financiële instellingen bleven ook na 31 december 2023 streng aangaande kapitalen waarvan de oorsprong niet altijd duidelijk was. Wij stelden tevens vast dat bepaalde financiële instellingen in Luxemburg actief op zoek gingen naar begunstigden van levensverzekeringen (nadat zij daartoe door de bevoegde instanties werden aangemaand). Zo vielen talrijke Belgische begunstigden geheel uit de lucht toen zij na meer dan 10 jaar na het overlijden van een ouder alsnog op de hoogte werden gebracht van een potje in het buitenland op naam van hun overleden vader of moeder.
Dergelijke dossiers blijken vandaag problematisch. Uiteraard werd spontaan een aangifte ingediend in de erfbelasting. Hierbij kon u zelfs overwegen om een kwijtschelding van de boete te vragen aangezien u als erfgenaam uiteraard geenszins op de hoogte was van het bestaan van dit vermogen.
Evenwel wil men na betaling van de erfbelasting uiteraard genieten van dit vermogen door het over te brengen naar een Belgische bank. Hier knelt echter het schoentje. Belgische financiële instellingen nemen over het algemeen zeer strenge standpunten in op het vlak van de toepassing van de witwaswetgeving. Een aanvullende regularisatie dringt zich op op vraag van de bank. Bij de lokale controleur hoeft u doorgaans niet aan te kloppen, en ook niet langer bij de BBI… Wel kan men aankloppen bij de procureur des Konings, maar ook die piste is niet in elk dossier even evident.
Regeerakkoord
Blijkbaar is die moeilijke situatie de nieuwe regering ook niet ontgaan. Volgende passage uit het regeerakkoord maakt dit duidelijk:
“De regering zal de richtlijn FASTER tijdig omzetten. In overleg met de gewesten wordt een nieuwe strengere permanent (para)fiscale regularisatie uitgewerkt met een verhoging van de tarieven naar
30% voor wat betreft niet-verjaard kapitaal en 45% voor verjaard kapitaal, behalve voor belastingplichtigen die goede trouw kunnen aantonen.”
Wat kunnen we uit het regeerakkoord vandaag afleiden?
- Een nieuwe regularisatieronde zal ingevoerd worden. Allicht wordt dit dan de EBA quinquies.
- De gewesten worden opnieuw betrokken. Dit is positief. Dit was ook het geval bij EBA quater (minstens tot in 2020).
- De regularisatie zal permanent zijn. Een uitdoofscenario lijkt dus niet meer aan de orde te zijn.
- De regularisatie zal strenger zijn. Wat exact bedoeld wordt, is niet duidelijk. Bedoelt men dat de tarieven verhogen? Dat is alvast duidelijk. Maar zal men ook strenger zijn door de voorwaarden te verstrengen waardoor men sneller tot regularisatie zal moeten overgaan?
- De tarieven verhogen. Dit was te verwachten natuurlijk en dat hadden we in november 2023 ook al voorspeld.
- De niet-verjaarde inkomsten (tot op heden in principe van de laatste 7 jaar) worden onderworpen aan hun normale aanslagvoet, afhankelijk van de aard van de inkomsten (roerende inkomsten, beroepsinkomsten, etc.). Die aanslagvoet wordt dan verhoogd met een boete. Dit was in het verleden 25%. Dit wordt verhoogd naar 30%. Als de roerende voorheffing dus 30% bedraagt, zal die 60% worden. Er moet niet gezegd worden dat deze tarieven inmiddels bijzonder hoog zijn geworden, zeker bij beroepsinkomsten (50% kan daar 80% worden).
- De fiscaal verjaarde inkomsten/kapitalen werden destijds onderworpen aan een afzonderlijke heffing van 40%. Dit zou stijgen naar 45%. Ook dit tarief wordt zeer aanzienlijk.
- De zinsnede “behalve voor belastingplichtigen die goede trouw kunnen aantonen” blijft echter relatief mysterieus. Bedoelt men dan dat andere tarieven zouden gelden voor belastingplichtigen te goeder trouw? Of bedoelt men dat die belastingplichtigen helemaal niet meer moeten regulariseren? En wat bedoelt men exact met de bewoordingen “te goeder trouw”?
In het kader van de EBA quater was een regularisatie in principe niet vereist indien met documenten kon worden aangetoond dat inkomsten en kapitalen hun normale belastingregime hadden ondergaan. Het hoeft geen betoog dat dit in talrijke gevallen leidde tot een onmogelijke bewijslast en dus een fiscale regularisatie impliceerde. Zo kon het gebeuren dat een erfgenaam een kapitaal erfde waarop erfbelasting verschuldigd was maar waarop ook, op vraag van de financiële instelling, een kapitaalregularisatie moest toegepast worden omdat de origine van het kapitaal niet kon aangetoond worden en evenmin kon aangetoond worden dat het kapitaal zijn normale belastingregime had ondergaan. De totale factuur was dan bijzonder zuur voor die erfgenaam die per hypothese helemaal niets afwist van het vermogen van de erflater. Een gelijkaardig voorbeeld kon overigens ook teruggevonden worden in de memorie van toelichting van de EBA quater-wet waarbij de wetgever ook tot regularisatie besloot.
Daar stopt het echter niet. Volgens de Vlaamse Belastingadministratie vormt, daarin gevolgd door het Hof van Beroep van Gent, de regularisatieheffing geen passief in de nalatenschap. Zo is ons een dossier bekend waarbij de nalatenschap van een oom onderworpen wordt aan een tarief van 55 procent erfbelasting. Echter kon het vermogen dat was ondergebracht in een buitenlandse structuur niet worden overgemaakt op een Belgische rekening zonder dat het kapitaal zelf eerst werd onderworpen aan een kapitaalregularisatie. Geen enkele Belgische financiële instelling was bereid om het vermogen te aanvaarden zonder dat dit vermogen voorafgaand werd geregulariseerd door de erfgenamen. Het één en ander geeft aanleiding tot een aanvullende heffing van 40 procent, wat het geheel brengt op 95% belasting… De Vlaamse belastingdienst weigert rekening te houden met de regularisatieheffing. Zij stelt dat deze belasting verschuldigd is door de erfgenamen en het een vrije keuze betreft van deze laatsten om al dan niet te regulariseren. Het moge duidelijk zijn dat men evengoed kan ontkennen dat de zon opkomt…
Op basis van onze eerste contacten met betrokkenen bij de regeringsonderhandelingen begrijpen wij dat men net aan deze situaties wil remediëren. Het typevoorbeeld van een belastingplichtige te goeder trouw is een belastingplichtige welke een vermogen erft en zodoende voor het eerst op de hoogte wordt gebracht van het bestaan van dit vermogen.
Het zal in ieder geval niet makkelijk zijn om deze goede trouw nader te definiëren.
Talrijke andere voorbeelden kunnen zo de revue passeren. Wat bijvoorbeeld met twee leerkrachten op pensioen die 15 jaar geleden een TAK23-polis hebben afgesloten in Luxemburg met hun spaargelden. Aantonen dat die spaargelden hun normale belastingregime hebben ondergaan, is vergeefse moeite. En als die investering 15 jaar later een bijzonder slechte belegging blijkt te zijn geweest omdat deze inmiddels is gehalveerd, zullen zij toch het integrale ingelegde kapitaal in principe moeten regulariseren. Zijn zij ook te goeder trouw?
Wat met de belastingplichtige die een buitenlandse schenking aanvaardt op het sterfbed van diens ouders, is die dan ook nog te goeder trouw of had deze de schenking moeten weigeren?
Tenslotte kan men zich de vraag stellen of de invoering van een algehele vrijstelling voor “belastingplichtigen te goeder trouw” wenselijk is. In veel gevallen stellen wij vast dat regularisaties enkel betrekking hebben op het kapitaal en er helemaal geen inkomsten meer aan te geven zijn omdat het vermogen al op een Belgische bankrekening staat of is ondergebracht in een vrijgesteld levensverzekeringsproduct. In dergelijke gevallen valt er niets te regulariseren of zou men bereid moeten worden gevonden om “nul-regularisaties” in te voeren. Raar maar waar, doch vanuit de praktijk zou om die reden een gereduceerd tarief van bv. 5% wenselijk zijn… Het één en ander zou ook ineens helpen om vanuit de toepassing van het strafrecht een duidelijker juridisch kader te scheppen.
Conclusie
EBA quinquies zit in de steigers. Maar de modaliteiten moeten duidelijk nog besproken worden. Talrijke vragen rijzen vandaag waarop we het antwoord schuldig moeten blijven.
Bij verdere vragen, kan u ons uiteraard steeds contacteren.